Stijnzijn

Menu
Column
Een vakantie van alle ruis
Tekst: Stijn Depoorter, Illustratie: Zwoltopia

Ik ben op vakantie in New York en heb me teruggetrokken in een hippige koffiebar in Williamsburg. Het soort plek waar mensen druk tokkelen op hun Wifi-slurpende Macbooks, afspreken met hun Tinderdate of een pijnlijke reet hebben door de hoogst oncomfortabele ijzeren krukjes waarop ze zitten.

Ik hoor thuis in de deelverzameling van categorie één en drie. Het is een van de redenen waarom ik zo van schrijven houd: je hebt altijd een gegronde reden om je terug te trekken en je wereld zo klein te maken als de cursor die staat te knipperen voor je neus. Zelfs terwijl iedereen al terug aan het werk is of op de schoolbanken zit, zelfs terwijl ik me in een van de drukste metropolen ter wereld bevind, kan ik door te schrijven ontsnappen aan alle geraas en ruis.

Bij een andere stad horen andere geluiden. Hier in New York zijn dat joelende tieners in de bioscoop, luidruchtige bendeleden op straat voor het raam van de Airbnb of de dreunende rockmuziek in de koffiebar. Ik kan me globaal genomen vrij gemakkelijk afsluiten voor verschillende vormen van overtollige ruis als er decibels mee gemoeid zijn – of dat nu op vakantie is of thuis.

Ik wil niet apatisch worden. Juist daarom steek ik geregeld mijn kop in het zand en laat bepaalde discussies of wereldproblemen aan me voorbij gaan.

Andere vormen van ruis kan ik minder vlot buitensluiten. Het zijn de boodschappen die de hele dag in tekstvorm op ons afkomen. Ik heb het dan over schreeuwerige krantenkoppen, hongerig naar een klik als een leeuw die een kudde gazelle’s aanvalt. Over onheilspellende nieuwsberichten over alles wat er fout loopt en nog fouter kan lopen in de wereld.

De overvloed aan onrechtvaardigheid, onheil en onninigheden sijpelt dagelijks mijn hoofd binnen als regen door een lek dak. Het kost me veel energie om alles bij te houden, laat staan dat ik ze allemaal kan verwerken, een plaats geven en er een mening over kan vormen. Ik wil niet apatisch worden. Juist daarom steek ik geregeld mijn kop in het zand en laat bepaalde discussies of wereldproblemen aan me voorbij gaan.

Niet elke strijd kan de mijne zijn. Misschien een tikkeltje egoïstisch, maar het is mijn manier om de sluimerende onverschilligheid de kop in te drukken. Soms lucht het net op om geen mening te moeten hebben of alle details over elke aanslag of dreigende raketlancering te kennen. Het werkt bevrijdend, zeker als je dan toch op vakantie bent.

’s Morgens lees ik de online krant diagonaal in bed terwijl mijn lief naast me nog ligt te knorren. Op dat moment plakken mijn ogen nog halfdicht, je mag dus stellen dat ik de actualiteit letterlijk met een half oog volg. Ik ben me dus bewust van de spanningen tussen Noord-Korea en meneer Trump en de daarbijhorende nucleaire dreiging, maar goedbedoelde beschouwingen en opiniestukken over wie wat zei en wat dat zou kunnen beteken en hoeveel zorgen we ons zouden moeten maken, laat ik voorlopig aan mij voorbijgaan. Als er nu een kernbom op mijn hoofd valt, terwijl ik hier naast mijn lief lig te ontwaken, ga ik er weinig aan kunnen veranderen.

Zo ontbubbel ik en blijf ik op de hoogte van wat er zich buiten mijn bubbel van gelijkgestemde zielen afspeelt.

Nu zou het vreemd zijn om als iemand die zelf zo graag schrijft van leer te trekken tegen andere mensen die schrijven. Een gefundeerde opinie van een ander kan verrijkend zijn als er oprecht engagement uit spreekt, zelfs als die mening niet overeenstemt met de mijne. Zo ontbubbel ik en blijf ik op de hoogte van wat er zich buiten mijn bubbel van gelijkgestemde zielen afspeelt.

Een goed duidingsstuk en/of een historische analyse verschaft me dan weer achtergrondinformatie waardoor ik een beter inzicht in een situatie krijg. Het is frappant hoeveel lessen er uit de geschiedenis te trekken zijn. Het is nog frappanter om te zien hoe vaak die lessen vergeten worden en de geschiedenis zich herhaalt, en immer opnieuw BREAKING is. Het is die snelle, opruiende informatie die ik liefst langs me heen laat gaan.

Tijden waarin het leven bestond uit niet meer dan een oud tijdschrift, een schaar en een lijmstift en niemand wist wat een news alert of notificatie was.

Dankzij het internet zit ik hier, in New York. Ik vond er mijn Airbnb, het adresje van de koffiebar. En toch denk ik vaak met weemoed terug aan het jaar 1996. Toen de digitale wereld nog in haar kinderschoenen stond en ik onschuldig prentjes van de Spice Girls in een knipselmap kon plakken zonder een onaflatende zondvloed van ellende, meningen, fake nieuws en internettrollen over me heen te krijgen. Tijden waarin het leven bestond uit niet meer dan een oud tijdschrift, een schaar en een lijmstift en niemand wist wat een news alert of notificatie was.

Mijn cursor is uitgeknipperd, de overprijsde latte op en eerlijk gezegd houd ik het niet heel veel langer uit op het een pijnlijke-reet-is-onvermijdbaar-krukje dat er blijkbaar bijhoort in de hippige koffiebar. Ik ben weer opgeladen, klap de laptop dicht en stap de wereld weer in. Laat die ruis maar komen, hetzij met mate.

Dit wil je vast ook lezen

Column
Weggegaan is plaats vergaan Het is ondertussen alweer vier maanden geleden dat je noodgedwongen terug in België belandde met enkele kleren, een toiletzak, een stapel boeken en een oude…