Stijnzijn

Menu
Column
Wat als alle maskers zouden afvallen?
Tekst: Stijn Depoorter Foto's: iStock

Niet enkel tijdens carnaval en Halloween verschuilen we ons maskers en dikke lagen grime, dat doen we in ons dagelijkse leven ook. Alleen valt het minder op. Net als een kameleon die zijn kleur aan de achtergrond aanpast om zijn kwetsbaarheid te verhullen, zetten we vaak een masker op om onze broosheid of onze ware gevoelens te verdoezelen. Dat masker verschilt naargelang de rol die we uitoefenen: ouder, vriend, buur, Twitteraar…

Zo zijn sommige collega’s een krak in het opzetten van maskers: ze zijn een ander mens op de werkvloer dan thuis. Ik ben een veel te open boek om dat vol te houden. Ik gedraag me professioneel op kantoor, maar ik ben wie ik ben en doe me niet anders voor. Als ik een mindere dag heb, dan lezen mensen die mij een beetje kennen de droefenis van mijn gezicht af. Mijn ogen, die liegen niet.

Die eerlijkheid werd me in het verleden niet altijd in dank afgenomen. Zo schreef de dokter me enkele jaren geleden wat rust voor, door een samenloop van omstandigheden ging het even niet meer. Hoewel ik wettelijk niet verplicht ben mijn werkgever details over mijn afwezigheid te verschaffen, lichtte ik hem toch in dat de reden van mijn afwezigheid psychisch was. “Ah, het is dus niet ernstig,” was de eerste reactie die ik kreeg.

Jezelf op de eerste plaats zetten roept niet bepaald bij alle collega’s sympathie op

Niet naar het werk komen omdat je met 39° koorts in bed ligt of de dag moeten doorbrengen op het toilet, dat kan nog. Thuiszitten omdat je een dip hebt,  wordt minder aanvaard, dat is niet zichtbaar of controleerbaar… “Klopt het wel wat hij zegt? Is hij geen profiteur, want hij kan niet komen werken maar op Facebook zien we wel dat hij leuke dingen doet?”

Weten zij veel dat je die ‘leuke dingen’ enkel doet want omdat je arts erop heeft aangedrongen. Dat het beduidend veel moeite gekost heeft om er hoegenaamd aan te beginnen. Dat je je tijdens die ‘leuke dingen’ eigenlijk liever ergens in een hoekje zou verschuilen. Dat je achteraf de weerbots krijgt en er twee dagen van moet bekomen. Nee, jezelf op de eerste plaats zetten roept niet bepaald bij alle collega’s sympathie op.

Dezelfde teneur merkte ik bij een collega die na een burn-out het werk hervatte. Van hem werd verwacht dat hij vanaf dag één terug volledig kon meedraaien en als dat te zwaar bleek te zijn ‘had hij langer thuis moeten blijven’ of ‘moet hij op zoek gaan naar een andere job’. Iemand die na een strijd tegen kanker weer aan de slag ging, kon op meer begrip rekenen. Iedereen vond het meer dan normaal dat die collega na een aantal weken nog steeds niet op volle kracht meedraaide. De collega werd zelfs aangemaand om zich rustig te houden en het werk stap voor stap terug op te bouwen.

Nu wil ik de discussie niet openen welke ziekte ernstiger is, dat is mijn punt hier helemaal niet. Beide situaties zijn vreselijk ingrijpend voor alle betrokkenen. Laat me duidelijk, ik vel geen oordeel over de ziekte, ik vel een oordeel over de reacties op de werkhervatting.

Er zijn altijd personen die er de kantjes van aflopen. Mensen veralgemenen graag. Alle politici zijn poenpakkers, alle werklozen zijn profiteurs en als je niet in staat bent om te werken om psychische redenen, krijg je vaak de stempel van luierik. Maar dat is zelden het geval.

Sommige mensen hebben sterke botten, andere broze. Dit geldt ook voor de andere vormen van lichamelijke en mentale weerbaarheid

Een vergelijking: stel je komt ten val op de skipiste. Sommigen komen er met een paar blauwe plekken en de schrik van af, terwijl anderen botten breken en maandenlang moeten revalideren. Enerzijds spelen de omgevingsfactoren een rol: de hardheid van de sneeuw, de snelheid waarmee je tegen de grond kwakt, de hoek waarin je ledematen door de haperende skilatten gewrongen worden, of je al dan niet te lang in de après-skibar bleef hangen… Anderzijds is ook het DNA van die persoon van belang. Sommige mensen hebben nu eenmaal sterke botten, andere broze.

Dit geldt ook voor de andere vormen van lichamelijke en mentale weerbaarheid. Terwijl de een geen last heeft van vervuilende stadslucht, hoest de andere erop los. Terwijl de een bepaalde tegenslag goed verwerkt, worstelt de andere ermee. Terwijl de een zijn neerslachtigheid verstopt achter een masker, zie je aan de ander dat hij het moeilijk heeft. Wie is er dan het eerlijkst? Diegene die zich niet beter voordoet dan hij is, of diegene die de schone schijn ophoudt?

Als ik om me heen kijk, denk ik dat ik op heel wat maskers kijk. De cijfers liegen er niet om: de wachtlijsten in de psychiatrie, de verkoopcijfers van antidepressiva, de ziekteverzuimcijfers met een psychologische oorzaak. Wat als op een dag alle maskers zouden afvallen en we wat vaker onze kwetsbaarheid zouden tonen? Zouden we dan minder streng voor elkaar zijn? Want zelfs een kameleon moet ooit kleur bekennen, hoe hard hij ook probeert om zich aan zijn omgeving aan te passen.

Deze tekst werd eerder in Charlie Bookzine 10 gepubliceerd.

Dit wil je vast ook lezen

Column
Weggegaan is plaats vergaan Het is ondertussen alweer vier maanden geleden dat je noodgedwongen terug in België belandde met enkele kleren, een toiletzak, een stapel boeken en een oude…