Stijnzijn

Menu
Longread
Spullenobesitas
Tekst: Stijn Depoorer | Foto's: Sarah Van Looy

“Je hebt te veel spullen, Stijn. Hoe gaan we dat ooit allemaal in het appartement krijgen?” Mijn vriend en ik hadden net een huurcontract ondertekend toen hij me confronteerde met de harde waarheid. Binnen 75 dagen zou ik verhuizen van een rijtjeshuis met drie verdiepingen, een kelder en heel wat ingebouwde (en propvol gestouwde) kasten, naar een appartement met twee slaapkamers. Er zouden minder opbergmogelijkheden zijn, bovendien waren we nu met twee.

Wat volgde was een race tegen de klok om binnen drie maanden drastisch in mijn bezittingen te snoeien. Ik was mentaal totaal niet voorbereid op de transformatie van hamster naar minimalist. Met als gevolg dat ik alle fases van een ingrijpend veranderingsproces aan den lijve ondervond.

Fase 1 Ontkenning

Ik kom uit een familie van verzamelaars. Mijn grootvader en moeder zijn meesters in de verzamelkunst. Mijn jeugd speelde zich af in huizen vol kasten met ditjes en datjes, in elke hoek van elke kamer stond er wel een. Elke vierkante centimeter kastruimte werd benut. Het typische aan Vlaamse huizen is dat men er vaak stukjes aanbouwt, die we ‘koterijen’ noemen. Die aanhangsels worden gewoonlijk opgetrokken om nog meer spullen te kunnen herbergen. De veranda van mijn ouderlijk huis transformeerde dan ook in een mum van tijd tot een glazen Museum van Onnodigheden.

Als kind was ik goed op weg om in de voetsporen van mijn voorouders te treden. Speelgoed, postzegels, flippo’s, vreemde munten, stripboeken… Ik verzamelde het allemaal. Rond mijn achttiende puilde mijn slaapkamer uit en besloot ik afstand te doen van heel wat bezittingen. De flippo’s doneerde ik aan mijn jongere neefjes, een nicht die al aan gezinsuitbreiding deed, kreeg veel speelgoed. Een hoop belandde zelfs, tot grote ontsteltenis van mijn mama-verzamelaar, op het containerpark.

Na mijn studies ging ik alleen wonen en dacht ik dat ik goed bezig was, want ik verzamelde niet langer verzamelingen. Ik was ervan overtuigd dat mijn kasten niet gevuld waren met onnodige goederen. Tot het moment dat mijn lief die ene zin uitsprak. “Je hebt te veel spullen.” Aanvankelijk vond ik dat hij overdreef. Door het leeftijdsverschil was het normaal dat ik meer spullen had dan hij. Ik lachte zijn opmerking weg, ontkende mijn spullenobesitas met klem.

Toch bleef zijn uitspraak nazinderen. ’s Avonds in bed overliep ik in gedachten de inhoud van mijn opbergruimtes. Toen begon het te dagen: het afgelopen decennium verzamelde ik hopen dvd’s, cd’s en huisraad. Mijn overvolle voorraadkast zou niet misstaan in een schuilkelder en mijn keukenkasten waren gevuld met wel drie verschillende serviezen (een doordeweeks, een voor etentjes en een erfstuk), dertig verschillende koffiemokken, en minstens evenveel champagne- en waterglazen. Hij had een punt. Dit alles zou nooit in de nieuwe woning passen. Slik.

Fase 2 Boosheid

Na jaren van ontkenning volgde eerst de woede. In deze fase moest mijn lief het vooral ontgelden. Hij was diegene die de logeerkamer van de nieuwe flat had opgeëist om er een praktijkruimte van te maken. Doordat hij de kamer had ingepalmd die meestal als toevluchtsoord dient voor een allegaartje aan spullen dat niet in de andere kamers thuishoort, stond HIJ aan de oorsprong van ons capaciteitsprobleem. En omdat ik meer spullen had dan hij, moest IK dat probleem oplossen. Frustraties alom. Zo ondergingen we dus nog even een echte relatietest, vlak voor ons samenwonen.

Fase 3 Actie

Voordat ik het gevecht met de spullen aanging, las ik het boek The Life-Changing Magic of Tidying up. Deze bestseller van de Japanse Marie Kondo, enorm gehypet in declutterland, leert je methodes om afstand te doen van overbodige spullen. Kondo geeft ook tips over hoe je je opbergruimtes beter kunt organiseren. En voor je denkt ‘hij wil ontspullen en begint met de aanschaf van een boek over ontspullen’: ik leende het boek van een vriendin. Tweehonderd pagina’s later had ik een resem inzichten opgedaan en kon het ontspullen beginnen, waarbij ik mijn eigen draai gaf aan Kondo’s methodes.

Zo pakt de Japanse in haar boek geregeld uit met het aantal vuilniszakken dat haar klanten vullen met overbodige spullen. Alles in vuilniszakken proppen is inderdaad de meest efficiënte en snelle manier om je huis te ontspullen, maar wekte weerstand bij me op. Veel dingen kunnen via kringloopwinkels een tweede leven krijgen. Bovendien zijn sommige dingen nog verkoopbaar en kon ik dat extra zakcentje zeker gebruiken. Voor wie zich een persoonlijke minimaliseercoach kan veroorloven, is dat misschien geen prioriteit.

Neem dingen een voor een vast: maakt het je gelukkig of laat het je onverschillig?

Verder zegt Kondo dat je de dingen een voor een vast moet nemen. Je moet voelen wat het voorwerp met je doet. Laat het je onverschillig of maakt het je gelukkig? Deze techniek werkt bij een aantal categorieën spullen, maar lang niet bij alles. Het was een handige leidraad toen ik mijn uitgebreide collectie dvd’s en cd’s uitzuiverde. Voordat Spotify en Netflix hun intrede deden, kocht ik hopen cd’s en dvd’s aan. Een voor een liet ik de schijfjes door mijn handen gaan. Op mijn gevoel deelde ik ze op in een stapel om te houden en een om weg te doen. Zo slaagde ik erin om twee derde van de blinkende schijfjes (in totaal ongeveer 250 stuks) weg te doen.

Deze methode werkt ook voor boeken, maar voor bijvoorbeeld gebruiksvoorwerpen en gereedschap is ze te gek voor woorden. Zie je jezelf al in de keuken staan? Je neemt de vorken uit de besteklade een voor een vast. Bij welke aanraking gaat er een scheut van vreugde door je lijf? Word je overmand door emoties als je de blikopener door je vingers laat glijden? Geeft het geringste contact met de wc-borstel je een warm gevoel? Neen dus, voor het huisraad is Kondo’s methode onbruikbaar.

Zulke spullen beoordeel je beter met gezond verstand. Een voorwerp dat je vaak gebruikt: houden. Was je vergeten dat je het ooit gekocht had: weg ermee. Iets wat je al lang niet gebruikte, maar wat toch handig lijkt: zet het op de zwarte lijst met dingen die uitstel van executie krijgen. Binnen een jaar bekijk je de lijst opnieuw en alles wat een jaar onaangeroerd bleef, gaat onverbiddelijk de deur uit. Op mijn zwarte lijst staan onder andere het wafelijzer, het fonduestel en de ijsmachine op hun vonnis te wachten.

Dat ik weigerde om alles gewoon in vuilzakken te stoppen, maakte mijn ontspullingsproces erg tijdrovend. Kapotte en versleten zaken verdwenen meteen in de vuilzak. Alles wat op de neen-stapel belandde, ging door naar de tweede schiftingsronde. Dingen die nog in goede staat verkeerden, bracht ik ofwel naar de kringloopwinkel of plaatste ik op een verkoopsite. Ik sjokte regelmatig als een volgeladen kameel in de woestijn naar de kringloopwinkel en begon als een bezetene dingen op de tweedehandssite te zetten. Het verwerken van de deals (prijs afspreken, rekening controleren, item opsturen, thuis wachten op kopers die dan hun kat stuurden…) nam enorm veel tijd in beslag. Daardoor verviel ik regelmatig weer in fase twee (boosheid), maar het leverde me wel een aardig zakcentje op. No pain, no gain.

Ook mijn kleerkast moest eraan geloven. Ik dacht dat het een fluitje van een cent zou zijn, omdat ik mijn kleerkast twee keer per jaar opschoon. Toch vulde ik acht winkeltassen met foute impulsaankopen, kledingstukken die bewijzen dat shoppen als therapie geen goed idee is, gekrompen truien, die nooit wasmachinebestendig bleken, hoewel het label 30 graden adviseert, schoenen die ik nooit droeg omdat ze knelden, en versleten kleren die ik bewaarde als comfortabele kleren voor thuis, om dan te beseffen dat ik de rest van mijn leven thuis zou moeten zitten om al die comfy kleren te kunnen dragen… Alle kleren die nog in goede staat waren, doneerde ik aan een organisatie die vluchtelingen helpt. Afgedragen kledingstukken propte ik onverwijld in een vuilniszak, op één trui na, mijn verwassen lievelingstrui. Een enkel kledingstuk houden vanwege de sentimentele waarde kan best, vind ik.

Dan de voorraadkast. Voordat ik begon te ontspullen, was ik een gemakkelijke prooi voor de reclamebonobo’s. Met korting? Extra spaarpunten? Ik ging meteen overstag. Mijn voorraadkast zat zo vol dat ik ook op andere plekken in huis begon te hamsteren. Foute boel, want zo vergeet je al eens wat je al hebt. Een goede tip van Kondo: leg alle gelijksoortige spullen op één plaats, zo bewaar je het overzicht en vermijd je de trotse bezitter te zijn van zes flessen zonnemelk, een groter gamma aan kruiden dan de gemiddelde kruidenierszaak en genoeg pasta om een nucleaire winter mee door te komen. Minder kopen was het logische gevolg.

Fase 4 Verdriet

Ontspullen betekent ook afscheid nemen. Afscheid van spullen uit een vorige levensfase. Afscheid van wie je vroeger was. Mijn schoolboeken had ik jaren geleden al naar de eeuwige jachtvelden van het stort verbannen, maar de fotoalbums sorteren bleek moeilijker. Dat stelde ik stiekem nog even uit. Ook mijn collectie brieven en postkaarten herleiden tot één schoendoos, bleek een opgave. Ik werd geconfronteerd met mijn eerste verliefdheid, een aantal sterfgevallen, een lang vergeten en vervlogen vriendschap… Het deed me al snel verzanden in een filosofisch moment over de vergankelijkheid van het leven en de relaties (van welke aard ook) die je in de loop van je tijd op aarde opbouwt en kwijtspeelt.

De zaterdag dat ik de kringloopwinkel binnenwandelde bepakt met zakken vol singles en cd’s uit de 90’s en 00’s, kreeg ik het ook zwaar te verduren. Het voelde alsof ik een stukje van mezelf (en heel wat guilty pleasures) in die kringloopwinkel achterliet. Vaarwel Avril Lavigne, Aqua, Steps en Shakira, het ga jullie goed. Whenever, wherever, we’re no longer meant to be together.

Het voelde alsof ik een stukje van mezelf in die kringloopwinkel achterliet

Het allermoeilijkste ontspulmoment was die avond toen de opkoper van strips net de deur uit was. Ik had van mijn hart een steen gemaakt en mijn volledige collecties van Jommeke, Suske & Wiske en Urbanus van de hand gedaan. Enkel Kuifje en Kiekeboe hadden het stripbloedbad overleefd. Toen de opkoper wegreed, nam hij niet alleen zo’n vijfhonderd stripalbums in zijn koffer mee. Op zijn achterbank zat de kleine jongen die uren met zijn neus in die strips had gezeten, alsof hij met de striphelden mee op avontuur vertrok.

 Fase 5 Aanvaarding

Geleidelijk aan kreeg ik de smaak te pakken. Ik besefte dat ik het merendeel van de dingen waarvan ik afscheid nam, nooit zou missen. Hoe meer je opruimt, hoe gemakkelijker het wordt. Na twee maanden obsessief ontspullen, voelde ik zelfs een gelukzalige roes als ik spullen in de kringloopwinkel dumpte. Ik was verlost van het schuldgevoel over het paar schoenen dat ongedragen in mijn kast lag, of de keukenspullen die in lades stof lagen te verzamelen. Die opluchting werd enkel vergroot door het besef dat er weer twee verhuisdozen minder waren om drie etages omhoog te sleuren in het nieuwe flatgebouw zonder lift.

Resultaat

Als ik alle spullen die ik wegsmeet, verkocht of naar de kringloopwinkel droeg, had moeten verhuizen, dan had ik minstens veertig extra verhuisdozen moeten verslepen. Dat is een kamer vol dozen. En toch ben ik niet radicaal te werk gegaan. Ik heb minder overbodige spullen, maar nog steeds (te?) veel. Zo halveerde ik het aantal truien in mijn kleerkast van veertig naar twintig, maar twintig truien is nog steeds belachelijk veel. Er staan nog altijd boeken in de kast die ik waarschijnlijk nooit meer zal herlezen, maar ze hebben een leuke kaft en een huis zonder boeken is een huis zonder ziel.

Ik weet nu beter wat ik allemaal in mijn bezit heb. Ik kocht bijna niets nieuws meer, liet de koopjesperiode volledig aan me voorbijgaan. Ik ben begonnen alle ongelezen boeken op de plank te lezen, in plaats van nieuwe te kopen.

Hoewel het verkopen van spullen op een tweedehandssite een enorm tijdrovende zaak is, was het best lucratief. Ik stond versteld van wat mensen nog voor een oude zonnebril, dvd-box of servies over hadden. Met de opbrengst (een mooie 1 300 euro) financierde ik mijn verhuiswagen, een groot deel van mijn zomerreis en… welgeteld één nieuw spul: de SMEG-koelkast waar ik al jaren van droomde. Als ik denk aan de veertig dozen met spullen die ik wegwerkte en zie hoe daarvoor in de plaats die SMEG in mijn keuken staat te blinken, ben ik best een beetje trots op de kleine revolutie die zich in mijn kasten voltrok.

Deze tekst werd eerder in Charlie Bookzine 4 gepubliceerd.

Dit wil je vast ook lezen

Longread
Hoeveel vrienden kun je hebben? Veel vrienden hebben lijkt simpel. Een housewarming hier, een gemeenschappelijke vriendin daar en hopla, de volgende dag blinkt er een vriendschapsverzoek op Facebook. Maar hoeveel…
Longread
Vriendschapsverdriet Wat ik me afvraag: waarom hebben we het altijd maar over liefdesverdriet, terwijl het einde van een vriendschap evengoed harten breekt? Daarom zocht…