Stijnzijn

Menu
Opinie
We plakken snel op iedereen een label en daarmee is de kous af
Tekst: Stijn Depoorter, Illustratie: Zwoltopia

Vrijdagavond, een zwoel zomers weekend gaat van start. In het appartement zit de hitte ons te dicht op de huid, daarom vluchten we naar buiten en eten we een pizza op een terras. Terwijl ik twijfel of ik nu eerst het pizzakwartje met champignons dan wel dat met artisjok ga verorberen, kondigt de dame achter me met veel bravoure aan dat ze een roddel heeft. Instinctmatig spits ik mijn oren, maar de roddel zelf hoor ik helaas niet want na de grootse aankondiging praat ze binnensmonds verder. Haar achterklap is enkel bestemd voor haar tafelgenoten. Wat later schieten de decibels opnieuw de hoogte in: “Kijk daar, zie je die lopen. Je ziet dat toch meteen, dat is een janet.”

Aanvankelijk weet ik niet goed of ik haar goed verstaan heb. Vertwijfeld kijk ik voor me uit en ik vermoed dat haar gezelschap dat ook deed want de vrouw herhaalt haar opmerking: “Zie nu hoe hij daar staat, tussen al die meisjes, da’s toch overduidelijk een janet.” Mijn ogen dwalen af naar de straat waar ik een groep jongeren zie; een zestal meisjes en een ‘dertien in een dozijn’-jongen. Met zijn jeans, wit T-shirt en dito sneakers zou hij niet opvallen ware het niet dat hij de enige jongen in de groep is.

Ik begrijp het vonnis van de vrouw niet. Wat ziet zij dat ik niet zie? Waar baseert ze zich op? Haar buikgevoel? Het feit dat hij ‘zijn meisie’ niet ostentatief met een hand op haar bips tegen zich aantrekt om aan de buitenwereld te tonen dat ze zijn eigendom is? En vooral: waarom vindt die vrouw het nodig om dat verdict luidkeels te uiten op een overvol terras? Doet ze het uit onwetendheid of schuilt er meer achter? Ik wil reageren maar doe het niet. Omdat ik niet weet hoe ik gepast moet reageren. Omdat ik geen scène in het openbaar wil maken. En toch raakt haar meedogenloos vonnis me, want ik ben zelf een ‘janet’.

Vooroordelen zijn net als de stoflaag op de zwarte Ikea-boekenkast; je ziet ze niet tot er een bundel zonnestralen op valt.

Ik focus me terug op mijn pizza en verorber het deel met artisjok. Wat later orakelt de vrouw: “Ik doe nu veel aan yoga want ik moet toch iets doen om mijn dagen mee te vullen.” Terwijl ik op mijn pizza knabbel betrap ik mezelf op de onzuivere gedachte: “Die domme gans heeft duidelijk te veel tijd en geld.” Nog voor ik de hap heb ingeslikt schaam ik me over mijn reactie. Een paar minuten nadat ik geraakt was door het feit dat ze vliegensvlug een (voor)oordeel velde over een willekeurige voorbijganger, vel ik zelf een ongegronde opinie over haar met dat verschil dat ik het alleen maar denk en niet uitspreek. Maakt het me daarom minder schuldig?

Toen daagde het me, hoe vaak ik onbewust een stelling inneem over mensen en me een seconde later schaam over die spontaan opgeborrelde gedachtekronkel. Hoe vaak wij als maatschappij met z’n allen oordelen vellen en vooroordelen hebben over alles en iedereen. Vooroordelen zijn net als de stoflaag op de zwarte Ikea-boekenkast; je ziet ze niet tot er een bundel zonnestralen op valt. Pas als het stof zichtbaar wordt, besef je dat die stoflaag er al veel langer ligt.

Stijn_label_2000
Illustratie: Zwoltopia

Oordelen en vooroordelen. Over alles en iedereen. Over een werkende moeder die te weinig tijd heeft voor haar kinderen. Over een huismoeder die thuisblijft voor de kinderen. Iedereen Jani als het gaat over de (soms ongelukkige) kledijkeuzes van anonieme voorbijgangers. Of algemener, over wie welk kledingstuk al dan niet mag of moet dragen. Over een volwassen man die nog met LEGO speelt. Over de lesbienne met piekjeshaar en houthakkershemd. Over de bedelaar aan de uitgang van de supermarkt. Over de jeugd en hun overmatig smartphonegebruik. Over de collega die thuis zit met een depressie. Over de babyboomer die het langer werken op de jongeren wil afschuiven en nog luidop droomt van brugpensioen op 56. Over de dikke man die een hamburgertent binnenstapt. Over het koppel met de open relatie. Over de gratis spullen die influencers krijgen en over de anti-influencersculumnisten die daar over fulmineren. Over de vriendin die nooit trakteert op café. Over de rijkeluiszoon die alles in zijn schoot geworpen krijgt. Over de minister die aangeschoten een prijs uitreikt. Over de dame die een onbezonnen uitspraak doet op een terras. Over de kerel die daarover een tekst schrijft.

Vliegensvlug oordelen we over anderen zonder dat we weten wat er zich achter de façade afspeelt.

Achter de krant op een terras, achter het gordijn in de woonkamer, achter een computerscherm… Vliegensvlug oordelen we over anderen zonder dat we weten wat er zich achter de façade afspeelt. We plakken snel op iedereen een label en daarmee is de kous af. Ik heb er een hekel aan als ik er anderen op betrap maar ik heb er nog een grotere hekel aan als ik mezelf erop betrap. Die paar luttele seconden waar ik mijn denkbeeld niet in de hand heb. Instinctmatig doe ik een rechterstoga aan en spreek ik een vonnis uit terwijl ik dat eigenlijk niet wil. Zit dat verweven in ons DNA? Verloochen ik mezelf omdat ik mijn veroordelend kantje onderdruk? Oordeel ik over anderen omdat ik zo streng voor mezelf ben? Of wil ik mezelf beter voordoen dan ik eigenlijk ben?

In alle geval sla ik nu een mea culpa. Sorry, aan iedereen waar ik ooit een ongegrond standpunt over innam. En sorry, aan iedereen die ik vroeg of laat nog in een hokje zal plaatsen. Weet dat ik kort daarna zelf mijn vonnis nietig verklaar. Want het is sterker dan mezelf, beweren dat ik me er nooit meer aan zal bezondigen, dat zouden loze woorden zijn. Een paar seconden nadat je die Ikea-boekenkast hebt afgestoft dwarrelt er willens nillens terug wat stof op.

Noot: Het fraaie videoproject #labelsareforboxes van Joppe De Campeneere klaagt vooroordelen en stereotyperingen ook aan. Een aanrader.

 

Dit wil je vast ook lezen

Opinie
Ik kies voor verbinding, en jij? Enkele weken geleden werd ik 35. Een bittere pil voor iemand met het Peter Pan-syndroom. In een melancholische bui wil ik de klok weleens terugdraaien…