Stijnzijn

Menu
Column
Ik ga samenwonen en ik neem mee …
Tekst: Stijn Depoorter, Illustratie: Zwoltopia

Het is bijna een maand geleden dat ik nog iets publiceerde. De tijd begint te dringen. De angst voor het lege witte blad, weet je wel. In theorie heb ik ideeën en thema’s genoeg in mijn schuif liggen om over te schrijven maar in de praktijk slaag ik er niet in om mijn gedachten te ordenen. Het lukt niet om van die losse rafels tekst in mijn notitieboekje een vloeiend geheel te breien. In plaats daarvan blijf ik eindeloos staren naar de knipperende cursor in de tekstverwerker. Gisterenavond in bed lag ik me er weer eens over op te winden – ik ben hét kwijt! – toen ik me realiseerde dat het misschien niet lukt omdat ik niet schrijf over datgene waar ik de voorbije weken onophoudelijk aan denk, naar uitkijk, maar af en toe ook van wakker lig: binnen enkele weken ga ik opnieuw samenwonen.

Voor mijn jongere vriend is het allemaal heel erg spannend, voor hem is het de eerste keer dat hij met een lief samenhokt. Bij mij liggen de kaarten anders. Ik had in een vorig leven al eens een huisje, tuintje, boompje maar dan zonder happy end. Hoe je het draait of keert, zoiets laat toch sporen na. ‘The first cut is the deepest’ coverde Sheryl Crow in de 90’s en gelijk had ze.

Ik wou mijn eigen ‘Carl & Ellie’-scenario uit Disney’s Up!

Mijn ouders zijn gescheiden toen ik zes was. Ik was dus heus geen naïef kieken dat op een roze wolk leefde toen ik met mijn ex ging samenwonen. Wat ik wel had was de verbetenheid om het beter te doen dan mijn ouwelui. Ik wou mijn eigen ‘Carl & Ellie’-scenario uit Disney’s Up! Ik wou slagen in wat bij mijn ouders niet gelukt was: voor eeuwig en altijd tot de dood ons scheidt.

Vijf jaar later stond ik in de supermarkt, zo ergens tussen de conserven en ontbijtgranen, te snotteren toen Adele’s ‘Someone like you’ onverhoeds begon te spelen. Het was alsof ze dat nummer speciaal voor mij geschreven had – speciaal voor MIJ. Ik was net naar Gent verhuisd om er een nieuw leven op te bouwen en had de ruïnes van dat huisje, tuintje, boompje ver achter me gelaten. Dat nieuwe leven ging, hoe kan het ook anders, gepaard met veel vallen en veel opstaan in datingland.

Nog eens vijf jaar later zijn de kaarten (is liefde dan toch een kaartspel?) opnieuw geschud. Adele had gelijk, ik heb iemand anders gevonden. Iemand die op het eerste zicht dag en nacht verschilt van mijn ex. Alhoewel, soms sta ik er toch van versteld hoe ze bepaalde karaktertrekken met elkaar gemeen hebben, en daar schrik ik van. Een ezel stoot zich toch geen twee keer aan dezelfde steen? Dat onbehaaglijke gevoel ga ik tegen door de beste Ingeborg in mezelf naar boven te halen. Ik kalmeer mezelf met de gedachte dat het niet meer dan normaal is dat er bepaalde overeenkomsten tussen hen zijn. Geen paniek dus, vooral geen paniek.

 

Stijn_verhuis_2000x1558px
Illustratie: Zwoltopia

Die eerste lange relatie blijft wel een referentiepunt. De wonde is mooi genezen maar liet een klein litteken op mijn ziel na dat me confronteert met de vergankelijkheid van onvoorwaardelijk liefhebben. Ik heb geen garantie dat ik nooit meer op die helse rollercoaster zal terechtkomen. Enkel Madam Soleil heeft een glazen bol en zelfs zij vergist zich wel eens een keertje.

De voorbije weken stond ik op een duikplank, en ik wist dat ik niet voor eeuwig op die duikplank kon blijven staan. Hoewel ik ontzettend veel zin had om met de elegantie van een dolfijn het water in te plonzen, wist ik dat er ook nog een andere optie was: ik kon nog terug. Ik kon stiekem het trapje afklimmen en met het schaamrood op mijn wangen de kleedhokjes invluchten. Maar die vluchtroute is helemaal niet aan de orde. Ik heb helemaal geen reden om weg te lopen want alles zit snor in de relatie, anders zouden we toch nooit gaan samenwonen. Ik had gewoon wat last van koudwatervrees en moest me durven overgeven aan de zwaartekracht.

Hoe ga ik zijn praktische mentaliteit verzoenen met mijn voorliefde voor Scandinavisch design, dat vaak iets minder praktisch is én en ander prijskaartje heeft?

De komende weken ga ik dus mijn hele inboedel opnieuw inpakken (inclusief honderden strips die ik al jaren niet meer lees maar ja, zoiets smijt je toch niet weg?) en versleuren (hoe onmenselijk zwaar zijn wasmachines trouwens?). Buiten al dat praktische gedoe zal er in de praktijk niet zo gek veel veranderen. We spenderen immers al een groot deel van de week samen en dat verloopt gesmeerd. Nu heeft elk nog zijn eigen plekje en dat zullen we in ons appartement nog moeten vinden.

Straks wordt alles gemeenschappelijk en zullen we onze meningen over de grote en kleine dingen des levens op elkaar moeten afstemmen. Hoe ga ik zijn praktische mentaliteit verzoenen met mijn voorliefde voor Scandinavisch design, dat vaak iets minder praktisch is én en ander prijskaartje heeft? Hoe gaan we onze afwijkende visies op de indeling van de keukenkasten kunnen combineren? Hoe gaat deze hamsteraar met een voorraadkast om een nucleaire oorlog mee door te komen samenleven met iemand die pas naar de winkel gaat als hij honger heeft? De angst voor het lege witte blad zal plaats maken voor de angst voor een lege voorraadkast. Wie weet haal ik daar wel inspiratie uit voor een volgende tekst.

Dit wil je vast ook lezen

Column
Weggegaan is plaats vergaan Het is ondertussen alweer vier maanden geleden dat je noodgedwongen terug in België belandde met enkele kleren, een toiletzak, een stapel boeken en een oude…